Vertrouw je me? Annelies Sturm Een onderzoek naar de samenwerkingsrelatie tussen reclasseringswerkers en hun cliënten 2022 IN PRESSPROEFSCHRIFT MAGAZINEDit magazine is een bewerkte versie van het proefschrift ‘To be trusted. The role of the working alliance in probation supervision’- Annelies Sturm, 2022 Concept en redactie: Liza Cornet – Studio Wetenschap Vormgeving: Proefschrift-AIO Cover illustratie: Rachel van Esschoten IN PRESS is een product van Studio Wetenschap. Kijk voor meer informatie op www.studiowetenschap.nl 22Tijdens een reclasseringstraject houdt een reclasseringswerker toezicht op iemand die een delict heeft gepleegd. Het doel is die persoon te motiveren een leven op te bouwen zonder criminaliteit. Zo ondersteunt de reclasseringswerker de cliënt bijvoorbeeld bij het vinden van een baan. Tegelijk wordt de cliënt gecontroleerd of deze zich houdt aan verplichtingen, zoals het volgen van een cursus. Om het traject te laten slagen en terugval in de criminaliteit te voorkomen maken reclasseringswerkers gebruik van verschillende methodieken. Hoewel het contact tussen reclasseringswerker en cliënt is opgelegd door de rechter, is het belangrijk dat er een goede samenwerkingsrelatie ontstaat. Immers, als de cliënt geen vertrouwen heeft in de reclasseringswerker, waarom zou hij of zij dan zich iets aantrekken van de adviezen en suggesties? En als er continu wrijving is, is het lastig om samen aan doelen te werken. Er is echter nog weinig bekend over de band tussen reclasseringswerker en cliënt en de invloed ervan op het reclasseringstraject. De afgelopen jaren dook ik hier dieper in. Meer kennis hierover kan de relatie tussen reclasseringswerker en cliënt verbeteren en de kans op terugval in de criminaliteit verminderen. In dit proefschrift magazine deel ik de belangrijkste bevindingen. Annelies Sturm AAN HET WOORD 33WAAROM DIT ONDERZOEK? Voordat ik aan dit onderzoek begon werkte ik jarenlang als maatschappelijk werker. In die rol voerde ik gesprekken met mensen over onder andere werk- en opvoedproblemen. Ik raakte geboeid door het feit dat een gesprek van mens tot mens kan helpen bij het oplossen van problemen. Ik wilde hier meer over weten en besloot mijn promotieonderzoek te richten op de relatie tussen reclasseringswerker en diens cliënt. Tijdens een reclasseringstraject gaat een reclasseringswerker een intensieve en vaak langdurige samenwerking aan met een cliënt. Daarbij controleert de reclasseringswerker of de cliënt niet opnieuw de fout ingaat. Ook krijgt de cliënt hulp bij verbeteringen op verschillende leefgebieden, zoals huisvesting, werk en psychische gezondheid. Om dit voor elkaar te krijgen maakt een reclasseringswerker gebruik van verschillende methodieken die helpen om op gestructureerde wijze de gestelde doelen te behalen. Tegelijkertijd probeert de reclasseringswerker de inhoud van het traject zo goed mogelijk af te stemmen op het niveau van de cliënt. Hoewel het reclasseringstraject dus op maat gesneden wordt, is er tot nu toe relatief weinig aandacht voor de relatie die reclasseringswerkers en cliënten met elkaar aangaan. Die relatie wordt ook wel de ‘werkalliantie’ genoemd. Het gaat hierbij onder andere om wederzijds vertrouwen en respect. Maar het is ook belangrijk dat reclasseringswerkers en hun cliënten duidelijk zijn naar elkaar en heldere afspraken maken. Een goede werkalliantie kan ervoor zorgen dat het traject soepel loopt. Een slechte werkalliantie daarentegen kan het behalen van doelen belemmeren waardoor het reclasseringstraject in gevaar komt. Uiteindelijk kan dit negatieve gevolgen hebben. Niet alleen voor de toekomst van de cliënt, maar ook voor de maatschappij. 44De waarde van werkalliantie De afgelopen jaren onderzocht ik de invloed van de werkalliantie op het succes van een reclasseringstraject. Hoewel de term ‘werkalliantie’ binnen het forensische veld nog relatief nieuw is, is er uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar gedaan binnen de geestelijke gezondheidszorg. Daaruit blijkt dat er een sterk verband is tussen het succes van een behandeling en de relatie tussen hulpverlener en hulpvrager. De werkalliantie betreft dus de band of de relatie tussen professional en cliënt of patiënt. Het gaat niet zozeer om een methodiek als wel om persoonlijke en relationele vaardigheden. Ben je in staat iemand te vertrouwen? Doe je wat je hebt beloofd? Durf je conflicten bespreekbaar te maken? Allemaal vaardigheden die nodig zijn om sociale relaties aan te gaan, zowel in de privésfeer als in de context van hulpverlening. Hoewel er tijdens een reclasseringstraject vaak al automatisch een band ontstaat tussen reclasseringswerker en de cliënt, verdient het ontstaan en behoud van deze band veel meer aandacht. Zeker nu we weten dat de werkalliantie één van de belangrijkste aspecten is voor het slagen van een reclasseringstraject. 55Bouwen aan vertrouwen De afbeelding op deze pagina staat symbool voor de manier waarop de werkalliantie zich ontwikkelt tijdens een reclasseringstraject. Links zie je een rommelige stapel blokken. Dit illustreert het begin van de samenwerking. De bouwstenen, zoals vertrouwen en respect, liggen al wel voor het oprapen, maar het is nog chaotisch en ongestructureerd. Naarmate de samenwerking vordert, wordt deze steviger en meer gestructureerd. Dit proces verloopt niet zonder hobbels. Soms is er crisis of wrijving en dat heeft impact op de relatie. Maar juist het overwinnen van zo’n hobbel versterkt de band op de lange termijn. Dit onderzoek heeft me doen inzien dat samenwerken en een relatie opbouwen verschillende bouwstenen vraagt. Eén van de belangrijkste is vertrouwen. Wanneer je als reclasseringswerker vertrouwen geeft, open durft te zijn en soms iets persoonlijks deelt, vergroot dit de kans dat de cliënt zich gezien voelt en er een echte vertrouwensrelatie kan ontstaan. 66772 3 Onderzoeksopzet Betrouwbaarheidsonderzoek Onderzoek naar de betrouwbaarheid van een vragenlijst over de werkalliantie (de WAMCI) Onderzoek in de praktijk Welke factoren hebben invloed op veranderingen in de werkalliantie over tijd? 201 cliënten & 137 reclasseringswerkers Welke invloed heeft de werkalliantie op terugval in de criminaliteit? 199 cliënten Hangen bestaande relationele vaardigheden van cliënten en verandering in de werkalliantie samen met terugval in de criminaliteit? 199 cliënten 4 Hoe ervaren reclasseringswerkers en cliënten hun werkalliantie? Verdiepende interviews met 13 duo’s 1 88Om inzicht te krijgen in de invloed van de werkalliantie op het succes van een reclasseringstraject, heb ik op verschillende manieren onderzoek gedaan. Allereerst heb ik de betrouwbaarheid onderzocht van de Working Alliance of Mandated Clients Inventory, kortweg: WAMCI. Deze vragenlijst meet vier onderdelen van de werkalliantie: Vertrouwen, Binding, Richting en Kaders, en Stroefheid. Uit het betrouwbaarheidsonderzoek blijkt dat deze vragenlijst bruikbaar is in de context van de reclassering. Vervolgens heb ik in verschillende studies dieper ingezoomd op de werkalliantie tussen reclasseringswerker en cliënt. In de eerste studie onderzocht ik welke factoren van invloed zijn op veranderingen in de werkalliantie. Daarvoor vroeg ik cliënten om de werkalliantie met hun reclasseringswerker op verschillende momenten te beoordelen. Op basis hiervan maakte ik drie groepen met cliënten waarvan de werkalliantie verbetert, gelijk blijft of verslechtert in de loop van het traject. Vervolgens onderzocht ik de samenhang tussen de verandering in de werkalliantie en de kenmerken van cliënten en reclasseringswerkers. In de tweede studie onderzocht ik de samenhang tussen werkalliantie en terugval in de criminaliteit. Daarvoor vroeg ik cliënten om de werkalliantie met hun reclasseringswerker halverwege het reclasseringstraject te beoordelen. Deze beoordeling koppelde ik aan de recidivecijfers van diezelfde cliënten vier jaar nadat het traject was afgerond. Daarbij hield ik rekening met andere factoren, zoals delictgeschiedenis en leeftijd. In de derde studie zoomde ik dieper in op de relatie tussen werkalliantie en recidive. Nu wilde ik weten op welke manier de verstandhouding tussen reclasseringswerker en cliënt aan het begin van het traject samenhangt met recidive. Daaruit zou kunnen blijken dat reeds bestaande relationele vaardigheden van cliënten samenhangen met terugval in de criminaliteit. Ook wilde ik weten of verandering in werkalliantie samenhangt met recidive. Hiervoor gebruikte ik de werkalliantie-scores van het begin en halverwege het reclasseringstraject. Het verschil tussen de twee momenten koppelde ik ook aan recidivecijfers. Tot slot interviewde ik dertien duo’s van reclasseringswerkers en cliënten. Ik vroeg hen naar hun beleving van de werkalliantie, zowel aan het begin van het reclasseringstraject als na drie maanden. HET ONDERZOEK 99Next >